- uithollen
- {{uithollen}}{{/term}}I 〈overgankelijk werkwoord〉1 [hol maken] évider2 [figuurlijk]miner♦voorbeelden:1 een boomstam uithollen • évider un tronc d'arbre2 de democratie uithollen • saper la démocratieII 〈onovergankelijk werkwoord〉1 [hollend uitgaan] sortir (de <+ zelfstandig naamwoord>) en courant♦voorbeelden:1 de kinderen holden de school uit • les enfants sortirent de l'école en courant
Deens-Russisch woordenboek. 2015.